2- Daagse Corfu (Kerkira) Trip
Een bezoek aan Corfu-stad is zeker de moeite waard. Vanaf Igoumanitsa aan de noord-west kant van Griekenland varen dagelijks enkele ferry’s en boten naar Corfu en terug. De autorit vanaf Villa Sophia naar Igoumanitsa gaat via Preveza en de westkust naar het noorden en duurt ongeveer 2 uur. De wegen over het hele traject zijn prima.
De overtocht met de boot duurt ca. 1,5 uur. De kosten van de overvaart kunnen redelijk varieren en hangen af van de reder, kwaliteit van de boot, het tijdstip en de duur van de vaart. Voor 1 auto met 4 inzittenden kost het tussen € 65 en € 130.
Bij het naderen van Corfu krijg je vanaf het water een schitterend beeld over Corfu-stad en de kans is groot dat er geleidelijk aan een of meerdere (soms wel 4) enorme cruiseschepen opdoemen, die aan de kade liggen.
Bij aankomst in Corfu verlaat je linksaf het haventerrein en ligt de rand van de oude stad op ca. 2 km. De gebouwen in combinatie met de nauwe karakteristieke straatjes vormen een groot decor uit een oude Italiaanse film. Het is een wir-war en aaneenschakeling van souvenirwinkeltjes, cafeetjes, taveernes, mode-, schoenen-, tassen-, parfum-, enz.- zaken. Er heerst altijd een gezellige ontspannen harmonieuze sfeer, mede gevormd door de vele pleintjes met cafés en taveernes.
De grote bilkvangers zijn de oude kastelen en forten die vanaf de hoogte en randen over het centrum heen kijken. Natuurlijk zijn er de musea en kerken voor de historische informatie, maar uiteindelijk is Corfu-stad een groot cultureel spektakel, dat niet gemist mag worden.
2- Daagse trip naar Kefalonia (Cephalonia)
Het eiland uit de film Captain Corelli is vanuit Villa Sophia eenvoudig te bereiken via het naburige Vassiliki. Een veerboot vaart tijdens de zomer dagelijks heen en weer tussen Vassiliki en Fiscardo. Fiscardo is meteen het havenplaatsje dat toeristisch is en meteen een beetje model staat voor het Kefalonia. Fris, schoon , geordende huizen en gebouwen. Het eiland is in 1953 getroffen door een zware aardbeving en is al het ware helemaal opnieuw opgebouwd. Dit doet overigens geen afbreuk aan de schoonheid, de sfeer en het Griekse karakter van het eiland.
De natuur, de vergezichten, de panorama’s zijn alle van een verblindende schoonheid. Het einde van de eerste dag kan bijvoorbeeld beëindigd worden in het zuid-westelijk deel van het eiland in de hoofdstad Argostoli waar leuke hotelletjes rondom het dorpsplein liggen. De 2e dag kan langs de andere zijde van het eiland weer teruggereden worden naar Fiscardo.
2- Daagse trip naar het Orakel van Delphi
Deze bezienswaardigheid is iets verder weg gelegen. Het Orakel van Delphi was in de oudheid een soort bedevaartsoord. Uit alle delen van Griekenland kwamen mensen naar de tempel van Apollo die hier op één van de hellingen van de bijna 2500 meter hoge Parnassós gebouwd was. De priesteres van het orakel, Pythia, zat daar op een krukje boven een rotsspleet waaruit giftige dampen stegen. Ze werd er high van en stootte dan onsamenhangende klanken uit die alleen de priesters konden vertalen. Tevens is er een museum dat veel van het interessante leven van 3000 jaar geleden laat zien
2- Daagse trip naar Metéora
Metéora is het gebied bij de plaats Kalambáka, waar enorme rotsblokken steil omhoog rijzen vanaf een tamelijk vlak gebied. Ze zouden zijn ontstaan doordat in lang vervlogen tijden hier water stond, dat het zachtere gesteente zou hebben opgelost en weggespoeld. Daardoor bleven deze merkwaardige rotspilaren naast elkaar achter. Het lijken wel reuzenstenen, die zo uit de hemel zijn komen vallen. Vandaar ook de naam Metéora. Het meest bijzondere van deze plek is echter dat op tal van die hoge rotspunten kloosters staan. Hoe heeft men destijds de bouwmaterialen naar boven gekregen? Om daar antwoord op te krijgen zou u dit mysterische gebied eens kunnen gaan bezoeken. Tegenwoordig is het mogelijk via de later uitgehouwen trappen boven te komen en verwonderd te kijken naar de prestatie van vrome kluizenaars in de Middeleeuwen om een plaats te vinden voor meditatie. Indien men deze tocht wil maken is het, gezien de afstand, aan te raden een overnachting onderweg te reserveren.
2- Daagse trip naar de Zagoria dorpen
In het noorden voorbij Ioánnina, richting Konítsa, doemt al snel de Smólikas, de hoogste top van het Píndos-gebergte, op. Dit is het begin van het Nationale Park Víkos-Aóos. Niet alleen vanwege de prachtige natuur is deze omgeving zo aantrekkelijk. Ook de dorpen in dit gebied zijn zeer indrukwekkend. Ze zijn bekend onder de naam Zagória-dorpen.
Het Slavische woord Zagori betekent letterlijk achter de bergen. Sinds vroeger tijden wonen er mensen in dit vrij ontoegankelijke gebied. Momenteel zijn er nog zesenveertig dorpen in deze streek bewoond die alle de karakteristieke architectuur van weleer behouden hebben. Deze typische dorpen worden gekenmerkt door huizen, waarvan zowel muren als daken gemaakt zijn van opeengestapelde platte stenen. Het is een soort leisteen, het zogenaamde gneis, dat in deze omgeving volop te vinden is. Niet alleen de huizen, maar ook de kerken, dorpspleinen en zelfs de geplaveide dorpsstraten zijn vervaardigd van deze leisteen. Door de enigszins grijze kleur van dit materiaal lijken de dorpen soms volledig geabsorbeerd te worden door de enorme berg¬hellingen waartegen ze gebouwd zijn. Uniek in dit gebied zijn de boogbruggen die de bewoners vele eeuwen geleden over de geulen en rivieren wisten te bouwen van losse stenen. Ze moesten wel, om de bergpaden ook ‘s winters begaanbaar te houden. De beken groeiden dan namelijk uit tot woest stromende rivieren.
Ook werd er dikwijls onder aan de brug een klok geplaatst. Als de klok door de wind tot luiden werd gebracht, betekende dit dat de overgang gevaarlijk was. Door de harde wind of storm liep de gebruiker van de brug het gevaar in de rivier geblazen te worden. Een foto van de meest bekende brug met drie bogen bij het dorp Kípi prijkt in veel reisgidsen. Niet alleen de architectuur, maar ook de sfeer en de manier van leven, lijkt van jaren terug te zijn. Men waant zich hier in lang vervlogen tijden.
In de winter was het hier vroeger vaak spookachtig en in het stikdonker van de avonden vertelden de mensen griezel¬verhalen over heksen, draken en monsters die huishielden in grotten en bergmeren. Er zijn twee van zulke meren die allebei Drakenmeer of Drakólimni heten. Het ene ligt op de berg Smólikas, het andere op de Gamíla. De legende verhaalt dat in beide meren een draak leefde, die elkaar voortdurend treiterden. De ene gooide hele boomstammen naar de andere en die smeet grote rotsblokken terug.
2- Daagse trip naar Métsovo
Aan de andere kant van de Katára-pas richting het oosten ligt het hoog gelegen dorp Métsovo. Het hele dorp is een museum. Men loopt hier nog regelmatig in de traditionele klederdracht. Net als in de Zagória-dorpen zijn de daken van de oude huizen gemaakt van leisteen. Van tal van huizen straalt het rijke verleden af. Ooit hadden de bewoners van Métsovo zekere handelsprivileges. Het dorp lag erg gunstig aan de verbindingsroute van Épiros naar Thessalía. Vanaf hier is het makkelijk door te gaan naar Kalambáka om de indrukwekkende Metéora-kloosters te zien. Deze zijn gelegen boven op de hoogste toppen van reusachtige steenklompen.
2- Daagse trip naar Megálo en Míkro Pápingo
Oftewel Groot en Klein Papingo liggen in het westen van dit gebied. Deze twee dorpen zijn schitterend gelegen, in de buurt van het 2437 meter hoge Ástraka-gebergte. De toppen van deze berg worden ook wel de Torens van Papingo genoemd, die aan het landschap een unieke grootsheid geven. Vanuit beide dorpen zijn mooie wandelingen te maken naar de berghut op de pas van de Ástrakas (hoogte 1950 m, 3 uur) en naar het Drakenmeer (hoogte 2100 m, 5 uur). De loopafstand tussen beide dorpen, via een oud pad, bedraagt ongeveer 45 minuten.
Megálo Pápingo heeft enkele tavernes en een kafeníon. Míkro Pápingo kent één taverne.
2- Daagse trip naar Áno Pèdina
In het sfeervolle dorp Áno Pèdina bevindt zich het Evangelístra-klooster dat nog steeds bewoond wordt door vier nonnen. Als u een bezoek brengt aan dit klooster, zal de Engels sprekende non u graag en veel vertellen over het leven in en de geschiedenis van het klooster. In Áno Pèdina bevindt zich een school waar men een opleiding kan volgen in de traditionele weefkunst en het vervaardigen van vloerkleden.
Vanuit dit dorp leiden schitterende wandelpaden u, in ongeveer een uur lopen, naar de dorpen Monodéndri en Elafòtopos.
In Áno Pèdina zijn drie tavernes en een kafeníon, waar men in alle rust een heerlijke maaltijd kan gebruiken of genieten van een drankje.
Vanuit de kerk gaat u al wandelend via de asfaltweg het dorp uit. Bij een grote dennenboom, aan de rechterkant van de asfaltweg, kunt u links een pad nemen. Dit lijkt een slecht pad, maar dit is van korte duur. Volg de rode stippen en stapeltjes stenen. U moet een soort van weiland recht oversteken, waarna het pad zal overgaan in een ezelspad (stenen pad), waar u afdaalt naar een mooie boogbrug. Loop over deze boogbrug en ga vervolgens rechtsaf, naar de asfaltweg. De asfaltweg links volgen en na enkele minuten komt u in het dorpje Kipi. De wandeling duurt zo’n ½ uur maar is erg leuk om te doen. U kunt terug, via de asfaltweg (dit is qua afstand iets langer), naar Koukouli. Hier zult u dan de beroemde 3-bogenbrug passeren. Maar deze zelfde wandeling terug is natuurlijk ook mogelijk.
Deze wandeling is opgedeeld in stukken, zodat u vanaf 3 verschillende punten kunt starten:
* Dorpje Koukouli |
Gezien vanaf de kerk bij Koukouli krijgt u een splitsing. Rechts gaat u via de geasfalteerde weg het dorp uit, richting o.a. Kipi, links gaat u via een zandweg richting Kapesovo. Deze zandweg volgt u totdat u weer aan een asfaltweg uitkomt, hier gaat u rechts. De route gaat nu over de asfaltweg totdat u het bord ziet “Scala Vradeto”. Hier gaat u linksaf een pad op, wat eerst naar beneden loopt en daarna met een bocht naar links, via een ezelspad de berg op, richting Vradeto. De klim duurt ongeveer 1 uur. Het pad komt weer uit op een asfaltweg, die u links volgt zodat u uitkomt in het dorpje Vradeto. Van hieruit kunt u doorwandelen naar Beloï.